Nut van uitheemse planten

Er is een brede discussie gaande waarin helaas sterk polariserende standpunten worden ingenomen. Van 'alles in je tuin moet inheems zijn' tot 'het klimaat verandert, dus pas je beplanting daar maar vast op aan (zuidelijk uitheems)'. Alsof het ene de absolute waarheid is en het andere niet.
De werkelijkheid is natuurlijk genuanceerd. Lees meer hierover bij onze aanbevelingen.

Hieronder een aantal redenen waarom (ook) uitheemse planten in je tuin nuttig zijn:

Waarom zouden we vasthouden aan landsgrenzen?
Onze eigen landsgrenzen verschuiven door de eeuwen heen. Het zijn onnatuurlijke grenzen, vrij willekeurig getrokken door de mens. Maar ook de verspreidingsgebieden van de planten zélf verschuiven door de eeuwen heen. Dus wat is de term "inheems" dan eigenlijk waard? Zoals Hans Kramer van Kwekerij de Hessenhof terecht zegt: "om de landsgrenzen hier als maatstaf te nemen is me veel te benauwend." Of Arie Koster die in zijn "Plantenvademecum voor wilde bijen, vlinders & biodiversiteit in tuinen" inderdaad veel inheemse planten voorstelt, maar ook soorten als de Noord-Amerikaanse Echinacea (zonnehoed) en de op en top gecultiveerde Erysimum 'Bowles Mauve' (muurbloem). Ook nog eens omdat die planten ontzettend goed zijn voor de biodiversiteit! 

Martin Stevens heeft een boek geschreven ("Tuinieren met Wilde Planten"), waarin hij de meest bruikbare wilde 'planten van hier' behandelt. En met 'hier' bedoelt hij dan niet alleen Nederland (want wilde planten houden zich niet aan landsgrenzen), maar ook omringende gebieden (België, Luxemburg, Noord-Frankrijk tot aan de Seine en Marne, Duitsland tot aan de Elbe). 

Waardplanten kunnen ook uitheems zijn
Op de uitgebreide lijst van waardplanten voor dagvlinderrupsen van de Vlinderstichting staan ruim 950 waardplanten (eigenlijk: planten, grassen, kruiden, bomen en struiken) waarvan er ruim 170 uitheems zijn én de rol van waardplant vervullen voor bepaalde vlinders (bijna 20% is dus uitheems). Een 5-tal voorbeelden van uitheemse planten die als waardplant kunnen fungeren voor in Nederland voorkomende vlinders:

- Lathyrus vernus (voorjaarslathyrus) is uitheems én waardplant voor het boswitje
- Tropaeolum majus (Oostindische kers) is uitheems én waardplant voor het klein geaderd witje
- Geranium sanguineum (bloedooievaarsbek) is uitheems én waardplant voor het zwart blauwtje
- Foeniculum vulgare (venkel) is uitheems én waardplant voor de Koninginnepage
- Melica ciliata (wimpelparelgras) is uitheems én waardplant voor het tweekleurig hooibeestje


Uitheemse soorten als bron van nectar en pollen (voedsel/drachtplanten)
Met uitheemse soorten en cultivars kunnen we vaak de bloeiboog (de periode van het jaar dat er iets in bloei staat) verlengen, waardoor bestuivende insecten* blijvend aanbod hebben van voedsel. Vooral in de nazomer en herfst zijn er voor bestuivende insecten van nature weinig bloeiende plantensoorten in Nederland. Laat bloeiende uitheemse soorten zoals Aster, Solidago, Helenium en Caryopteris kunnen deze voedseldip prima opvangen (bron: Universiteit van Wageningen).

*noot: het betreft dan wel vaak de meer generalistische (minder zeldzame) bestuivers.

Kleurrijk uitheems
Uitheemse soorten zijn niet meer weg te denken uit de Nederlandse groen- en tuincultuur.
Denk aan tulpen, Phloxen, Heleniums, Asters, Dahlia's en lavendel.
Ze worden op grote schaal toegepast en geven onze leefomgeving letterlijk en figuurlijk veel kleur.
Van veel uitheemse soorten zijn juist voor het gebruik in onze tuinen cultivars ontwikkeld met een mooiere kleur, een langere bloeitijd of een betere groei, winterhardheid of gezondheid.
Ze zijn door veredeling of selectie aangepast aan onze tegenwoordige groeneisen en vaak ook goed aangepast aan de omstandigheden in de stad (minder woekerend, minder ruimte innemend).

Vergroten biodioversiteit
Uitheemse soorten kunnen een positieve bijdrage leveren aan de biodiversiteit. Dit geldt vooral in die gevallen waar de variatie vergroot wordt. Hierbij geldt wel de uitzondering om in natuurgebieden niet te mengen met buitenlandse herkomsten. Het kan dan lokaal wel extra variatie binnen de plantensoort zelf geven, maar als dit overal gebeurt dan is er op grotere schaal gezien een vervlakking; er ontstaat dan één grote genetische eenheidsworst binnen plantensoorten en dat is weer nadelig voor de biodiversiteit. Voor de biodiversiteit in het algemeen wordt aanbevolen om veel soortvariatie aan te brengen: inheems, uitheems, gekweekte soorten (cultivars). Monoculturen zoals gazons en grote heestervakken met planten van dezelfde cultivar, zijn minder bio-divers dan gemengde bloemborders of bloembermen. Sommige cultivars (gevulde bloemen) hebben insecten niets te bieden. 

Ziektebestrijding
Uitheemse soorten kunnen worden ingezet om plantenziektes het hoofd te bieden.
Door de iepenziekte is het Iepenbestand in Nederland flink achteruitgegaan, inclusief bepaalde inheemse soorten. Door inkruising met eigenschappen van Aziatische soorten zijn hoogwaardige cultivars met een veel hoger niveau van ongevoeligheid voor iepziekte ontstaan.
Hierdoor heeft de Iep in Nederland en Europa weer toekomst (bron: Universiteit van Wageningen).